Door Piet van der Ploeg.
Dankzij de achterliggende beleidsmotieven wordt burgerschap eenzijdig gedefinieerd en wordt burgerschapsvorming veelal eenkennig en instrumenteel ingekleed. Dat er uiteenlopende, strijdige opvattingen over burgerschap zijn blijft in de schaduw en de nadruk ligt op het aanleren van gedrag, leefstijl, houdingen, deugden, gezindheden, enzovoort. Hierdoor wordt voorbijgegaan aan de mogelijkheid dat onderwijs vanwege de bijdrage aan algemene vorming, kwalificatie, selectie en allocatie, socialisatie en emancipatie überhaupt burgerschapsvormend is. Door de instrumentaliteit van overheidsbeleid wordt geen recht gedaan aan een van de basale bedoelingen van onderwijs. In dit artikel legt Van der Ploeg uit waarom en analyseert twintig jaar beleid.
Dankzij de achterliggende beleidsmotieven wordt burgerschap eenzijdig gedefinieerd en wordt burgerschapsvorming veelal eenkennig en instrumenteel ingekleed. Dat er uiteenlopende, strijdige opvattingen over burgerschap zijn blijft in de schaduw en de nadruk ligt op het aanleren van gedrag, leefstijl, houdingen, deugden, gezindheden, enzovoort. Hierdoor wordt voorbijgegaan aan de mogelijkheid dat onderwijs vanwege de bijdrage aan algemene vorming, kwalificatie, selectie en allocatie, socialisatie en emancipatie überhaupt burgerschapsvormend is. Door de instrumentaliteit van overheidsbeleid wordt geen recht gedaan aan een van de basale bedoelingen van onderwijs. In dit artikel legt Van der Ploeg uit waarom en analyseert twintig jaar beleid.